HOE DIT BOEK TOT STAND KWAM:

De aanleiding tot dit boek begon als een feestje. De zwager van mijn vriendin maakt zelf tenten en wij mochten samen gratis een hele week in zijn uiterst luxe tent op Vlieland logeren. Ik heb echter een nogal krakkemikkig lijf en ondanks alle luxe had ik veel last van het kamperen. Vooral de kou en de eeuwige wind deden mij de das om. Daarom zochten mijn vriendin en ik 's avonds een beschut plekje op. Nu hadden we overdag gezien dat er achter de ijssalon een soort bioscoop zat, dus dat leek ons wel wat. Die avond draaide er echter geen film. Er was wel een lezing van ene Jan Houter over Vlieland. Een avondvullend programma over zo'n klein eiland? Wat was daar allemaal over te vertellen?? Maar ach, we zouden lekker warm zitten en kochten een kaartje.

Tot onze grote verrassing hadden we een hele leuke avond. Er blijkt veel meer over Vlieland te vertellen te zijn dan wij hadden kunnen bevroeden, zeker wanneer de lezing gegeven wordt door de bevlogen Jan Houter, die niet voor niets de bijnaam Jan van Vlieland draagt. We kwamen veel over het eiland te weten en we hebben ook veel gelachen, want het was net cabaret. Later bleek dat dit zelfs al de zoveelste voorstelling was waarin Jan een hele avond vulde met prachtige verhalen over zijn geliefde eiland. En tijdens dit programma over de boten die in de loop der eeuwen rond Vlieland zijn vergaan kondigde hij het onderwerp aan voor alweer een volgende lezing: de ramp van Vlieland. Mijn vriendin en ik keken elkaar niet begrijpend aan: welke ramp van Vlieland? Het bleek te gaan om een stukje vergeten Nederlandse geschiedenis, dat nooit in de schoolboeken terecht is gekomen. Hij had meteen mijn aandacht. Ik was gefascineerd. Wat was daar in 1666 voor bijzonders gebeurd dat wij het massaal verdrongen hadden?

Jan Houter vertelde dat hij samen met de historicus Anne Doedens wekenlang in de archieven van Parijs en Londen aan het schatgraven was geweest en van alles over deze specifieke gebeurtenis uit de zomer van 1666 boven water had gekregen. Zij gingen er een dik wetenschappelijk werk over publiceren. De dominee van het eiland had van alles over de ramp in zijn dagboek genoteerd en die bladzijden hadden deze twee noeste onderzoekers inmiddels heruitgegeven. De volgende dag ging ik meteen naar de boekwinkel en kocht dat boekje. Eerst de oorspronkelijke tekst van de dominee, gevolgd door de vertaling van Jan Houter en Anne Doedens. Ook kocht ik meteen hun dikke wetenschappelijke boek over de geschiedenis van Vlieland door de eeuwen heen.

Weer thuisgekomen las ik de beide boeken met smaak en aandacht. Vooral het stukje vergeten geschiedenis liet mij niet meer los. Natuurlijk moest dat met voetnoten en bewijsplaatsen wetenschappelijk precies worden uitgezocht, maar voor mij was die hele geschiedenis meer een spannend jongensboek. Ik heb me ingeleefd en een hoofdpersoon verzonnen. Toen ben ik gaan zitten achter mijn spraakcomputer en heb in een paar weken tijd deze geschiedenis in romanvorm opgeschreven. Tja, toen had ik opeens een verhaal liggen. Maar wat moest ik ermee? Het was niet mijn ontdekking. Ik had van begin tot eind gebruikgemaakt van het onderzoek van Jan Houter en Anne Doedens. Het was hun opgeduikelde stukje geschiedenis.

Aangezien we die heuglijke avond op Vlieland tijdens de aanstekelijke lezing ook meteen lid waren geworden van het Vlieland Magazine, kon ik met gemak het adres van Jan Houter achterhalen. Ik stuurde hem mijn verhaal over de post en verwachtte eigenlijk dat hij boos zou zijn, omdat hij misschien bang was dat ik met hun vondst op de loop zou gaan. Maar dan kende ik Jan Houter niet! Hij was meteen enthousiast. Hij wilde heel graag dat de kinderen van Vlieland, Terschelling en Friesland dit stukje geschiedenis ook tot zich zouden kunnen nemen en een dikke wetenschappelijke uitgave was voor hen veel te moeilijk. Hij beloofde mij direct dat hij van mijn verhaal een boek zou laten maken. Ik kon mijn geluk niet op. Van kinds af aan is het altijd al mijn grote droom geweest dat er ooit een boek van mij zou verschijnen en nu ging het zomaar gebeuren. Althans, dat was drie jaar geleden en ik moest nog heel lang wachten tot het moment van publicatie tijdens Sail Harlingen in 2014.

Er waren mensen die niet konden geloven dat er in deze moeilijke tijden een mens op aarde rondliep die zomaar een boek ging verzorgen voor iemand die hij helemaal niet kende. Zeker toen er twee jaar lang niet veel gebeurde sloeg bij sommigen de twijfel toe, maar zij hadden Jan niet in de ogen gekeken en ik wel, dus ik had er alle vertrouwen in. Hoewel, er kon natuurlijk nog van alles tussenkomen, dus voor mij was het ook spannend, maar ik wist wel dat hij het werkelijk meende.

Jan zei dat hij een goede drukker kende en hij had ook nog wel ergens een vriendje dat mooi kon tekenen. Ik was benieuwd en zocht meteen mijn lievelingsboek uit mijn kindertijd op: Sil de Strandjutter van Cor Bruijn. Dat speelt op Terschelling. Mijn exemplaar heeft een harde linnen kaft en binnenin staan prachtige platen van een jonge Anton Pieck. Terwijl ik de prenten opnieuw bekeek, merkte ik dat ze in mijn hoofd mooier waren geworden. Wie schetst mijn verbazing toen ik de eerste lading illustraties van Frans Schot te zien kreeg. Zijn stijl zat veel dichter bij de oude beelden in mijn hoofd en overtrof ze zelfs. Frans is een ware kunstenaar!

Vanaf dat moment loop ik met mijn hoofd in de wolken van geluk. Niet alleen wordt mijn boek nu tastbaar, maar het wordt ook zo ongelooflijk mooi! Het is een prachtig cadeau aan alle leesliefhebbers. Ik ben van plan om het boek, als het straks uitgekomen is, in mijn huiskamer op een leesplankje te zetten en iedere dag een andere bladzijde open te leggen, want de aquarellen van Frans Schot zijn net schilderijen. Hij heeft ze ook schitterend over de pagina's verdeeld en verschillende afbeeldingen met de tekst verweven. Ik ben er super blij mee en kan niet beschrijven hoe trots ik was toen ik mijn eigen naam op de voorkant zag staan. Over een paar maanden komt het boek uit en ik tel de dagen af. Hopelijk zijn de lezers van jong tot oud even enthousiast over dit boek als wij.

(Amsterdam, lente 2014)